Présentiel, deuxième quadrimestre, 39 heures de théorie.

Dutch

KULB1324A - Bedrijfsinformatica [2 Q. • 13 Th. • Pond. : 50] Marc Andries
KULB1324B - Gegevensbeheer [2 Q. • 26 Th. • Pond. : 50] Marc Andries

a. Plaats van het (opleidingsonder)deel in de opleiding
De leerlijn bedrijfswetenschappen is er voornamelijk op gericht de student handelswetenschappen kennis en kunde bij te brengen op het vlak van accounting, fiscaliteit, finance & risk management en informatiemanagement. Gezien het belang van en de verwevenheid met juridische kennis en het bredere management-perspectief, worden ook deze domeinen geïntegreerd.
Business Information Management (informatiemanagement) heeft als doel de student kennis en vaardigheden te verstrekken over ICT strategieën, IT architecturen, en het ontwerpen en gebruiken van ICT systemen. Gezien de groei en het belang van grote bedrijfssystemen die een massa van gegevens kunnen registreren en verwerken, wordt ook specifiek de nadruk gelegd op het gebruik van ERP-pakketten en het toepassen van Business Intelligence.
HUBrussel studenten moeten kunnen omgaan met informatica. Ze moeten daartoe de nodige kennis hebben van begrippen en functionaliteit, met name wat betreft het gebruik van informatica in een bedrijfseconomische context. Studenten kunnen bedrijfseconomische, wetenschappelijke en administratieve gegevens met bureauticasoftware verwerken, ook wanneer de hoeveelheid gegevens omvangrijk is. Daartoe moeten ze spreadsheets en databases kunnen hanteren. Bij Spreadsheets wordt in dit en andere vakken een zeer ruime integratie van ICT-toepassingen voorzien. De student leert in de praktijk en probleem/toepassingsgericht werken met de bureauticapakketten Excel (spreadsheet) en Access (database management systeem). Bij Databasesystemen leert de student databases raadplegen en manipuleren, en in eenvoudige situaties nieuwe databases ontwerpen. Hij is daarbij op de hoogte van de problemen die daarbij kunnen opduiken.
 
b. Competenties uit het competentieprofiel en geëvalueerde competentieniveau (HUB-competentiemodel)
1.1.2. Kan theorie en praktijk met mekaar in verband brengen Beheersingsniveau 2
1.5.1. Levert een actieve bijdrage aan een gezamenlijk resultaat Beheersingsniveau 2
1.5.2. Kan zich samen met anderen inzetten voor een project dat het eigen belang overstijgt Beheersingsniveau 2
3.2.6. Kan bedrijfskundige problemen oplossen met aangepaste informaticatools. Beheersingsniveau 3
3.2.7. Heeft inzicht in de werking en het strategische belang van het informatiemanagement voor een onderneming Beheersingsniveau 1
3.4.4. Gebruikt zijn kennis van wiskunde en statistiek om verstrekte informatie kritisch te beoordelen. Beheersingsniveau 2
c. Kerndoelen van het (opleidingsonder)deel
1.
De student(e) kan de voornaamste gebruikerscommando's toepassen op een PC in een grafisch gestuurde omgeving zoals bv. Windows m.b.t. beheers-, bestands- en multitaskingopdrachten.
Beheersingsniveau 2
2.
De student(e) kan de mogelijkheden van informatietoepassingen uitleggen a.d.h.v. enkele typische bedrijfsadministratieve systemen zoals bv. de voorraadadministratie, het personeelsbeheer, en de orderadministratie.
Beheersingsniveau 1
3.
De student(e) kan op een gestructureerde en efficiënte wijze informatie opzoeken op het Internet. De student(e) heeft inzicht in de wijze waarop informatie op het Internet wordt aangebracht en verspreid.
Beheersingsniveau 2
4.
De student kan reken- en grafische problemen oplossen a.d.h.v. een rekenblad-programma. Dit impliceert dat hij/zij het probleem kan analyseren in termen van invoergegevens en formules, een werkblad opbouwen en tabuleren, een grafiek opmaken, de elementaire vormingstechnieken aanwenden en dit toepassen op problemen of vraagstukken uit andere vak- en bedrijfsdomeinen.
Beheersingsniveau 3
5.
De student kan informatieopslag- en -zoekproblemen oplossen op gebruikersniveau a.d.h.v. een database pakket. Hij moet hiertoe datatabellen kunnen opstellen, ordenen, gericht ondervragen, relaties leggen, invulschermen en rapporten opstellen. Hij moet de principes van Query By Example beheersen en een elementaire kennis hebben van de SQL instructie SELECT.
Beheersingsniveau 3

Pour le programme de Bachelier en ingénieur de gestion :

Pour le programme de Bachelier en sciences économiques et de gestion :

Aucun

I Bedrijfsinformatica
A Informaticasystemen in een bedrijfsomgeving
1. Inleiding
2. Informatica in de bedrijfswereld
3. Een denkkader voor informatica
B Bedrijfsinformaticasystemen
4. Operationele Systemen
5. Management Informatiesystemen
C De levenscyclus van informaticasystemen
6. Informaticasystemen concipiëren
7. Informatica-architectuur
8. Systeemontwikkeling
9. De uitrol van informaticasystemen
10. De uitbating
11. De afvoer van informaticasystemen
D Informaticabeheer en IT Governance
12. Projectbeheer
13. Informaticabeheer
14. IT Governance

Gegevensbeheer
De studenten krijgen colleges over: Relationele Database Management Systemen, Ontwerp en gebruik van tabellen, queries, invulformulieren en rapporten voor één tabel en meerdere gerelateerde tabellen. Ze leren ook een tabel in meerdere delen opsplitsen om redundantie en inconsistentie tegen te gaan. Ze leren gegevens importeren uit andere bronnen (spreadsheet, tekst, internet), ook in grotere hoeveelheden, en die verwerken met een spreadsheet of een database management systeem, zodat ze de voor- en nadelen, de sterktes en zwaktes en de bruikbaarheid van deze softwarepakketten leren inschatten. Ook het maken van pivot tables en pivot charts komt aan bod.
Er wordt ook een vergelijking gemaakt tussen de mogelijkheden van spreadsheets en relationele database management systemen bij het beheren en verwerken van grote hoeveelheden gegevens.

Er zijn ongeveer 13 colleges over databases en spreadsheets (verwerking van grotere hoeveelheden gegevens). De studenten krijgen een groepsopdracht, gefaseerd te maken in groepen van (ongeveer) zes studenten. Deze groepsopdracht behandelt dezelfde gegevens, maar de verwerking geschiedt deels in Excel (spreadsheet) en deels in Access (database systeem). Deze groepsopdracht wordt gequoteerd. Bij aanvang van de colleges (ten laatste in de week waarin de groepsopdracht wordt gelanceerd), verdelen de studenten zich in groepen van 6. Studenten die er niet in slagen zich bij een groep aan te sluiten, signaleren dit tijdig  aan de docent (via e-mail), waarna hen een groep wordt toegewezen. Wie nalaat zich tijdig bij een groep aan te sluiten riskeert niet te kunnen slagen voor het vak, omdat hij niet aan alle onderdelen heeft deelgenomen. De studenten kunnen het werk opsplitsen, maar moeten wel overleggen en een overeenkomst hebben over de ingeleverde bestanden. Elke student is mede verantwoordelijk en wordt gequoteerd op het geheel.

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Self assessment/Peer assessment
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen
Toelichting
Toelichting 2e examenkans

Studiepunten: 4
* Definitie Studiepunt: Een studiepunt wordt gebruikt om de studieomvang van elke opleiding of elk opleidingonderdeel uit te drukken. Het is een internationaal aanvaarde eenheid die overeenstemt met tussen 25 en 30 uren voorgeschreven onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten.
Contacturen: 39
Studeertijd en examen: 60-70 uur (exclusief groepsopdracht)
Overzicht groepsopdracht Gegevensbeheer: Er zijn drie delen, die te zamen worden gelanceerd en ingediend:
deel 1: Importeren en bruikbaar maken van gegevens in Excel en Access;
deel 2: Verwerking gegevens in Excel;
deel 3: Verwerking gegevens in Access;

geschatte Studiebelasting groepsopdracht: 40-60 uur
Examenperiode mei/juni
Organisatievorm : Schriftelijk
Gebruik leermateriaal : Gesloten boek
Evaluatievorm : Theorietoets, Casusgerichte toets
Vraagvorm : Open vragen, Reproductievragen, Inzichtsvragen, Toepassingsvragen
Gesloten-boek examen - geen hulpmiddelen toegelaten
Duur: 2 uur
2 vragen Bedrijfsinformatica te beantwoorden op enkele regels, elk op 4 p. 2 vragen Bedrijfsinformatica , meer uitgebreid te beantwoorden op 1 blz per vraag, elk op 6 p, (totaal op 20 p).
1 of meer oefeningen over Gegevensbeheer op 10 p en een analysevraag, waarbij geen computer of software nodig is op 10 p (totaal op 20 p).
Aantal vragen en puntenverdeling kan nog worden gewijzigd (zie Toledo).
Daarbuiten staan 20 punten op de gemaakte groepsopdracht Excel en Access. Alle concrete informatie wordt verspreid via Blackboard, en kan in de loop van de colleges worden aangevuld en gewijzigd. Niet deelnemen aan de peer-evaluatie kan resulteren in vermindering van punten.
Om te voorkomen dat studenten enkel nominaal deelnemen aan het groepswerk zullen ze elkaar ook beoordelen via een peer-evaluatie, waarmee rekening wordt gehouden bij het bepalen van de individuele punten voor het groepswerk. Alle studenten van een groep krijgen oorspronkelijk dezelfde score op de groepsopdracht maar deze kan worden gewijzigd aan de hand van de informatie uit de peer-evaluatie. Daarenboven wordt de activiteit van elke student opgevolgd. Wie zich onvoldoende inzet of uitstelgedrag vertoont, kan niet slagen.
 
Bij de berekening van het eindtotaal krijgen de gedeeltes Bedrijfsinformatica, Gegevensbeheer (examen) en Gegevensbeheer (groepsopdracht) de onderlinge gewichten 1.3, 1.4 en 1.3, zodat de verdeling over de 4 studiepunten wordt gerespecteerd.
Studenten die op één van de twee OLA's of op de groepsopdracht een score <8 op 20 behalen, kunnen voor het gehele vak hoogstens een F krijgen (7 op 20 of laagste score van de twee OLA's) en kunnen dus niet slagen voor het OPO. Wie niet of nauwelijks meewerkt aan de groepsopdracht krijgt hiervoor geen punten en kan dus niet slagen voor het OPO (7 op 20 of laagste score van de twee onderdelen). In deze gevallen is het eindtotaal niet het gewogen gemiddelde van de twee deeltotalen!
 
Informatie over de te studeren leerstof voor de examens is eveneens te vinden op Blackboard en kan worden bijgewerkt tot op de laatste lesdag

http://public.hubrussel.be/Ancor/SSM/Pages/BekijkSSM.aspx?ACJ=2012&OID=599