|
|
MHUB1120 - Sociologie
[2 Q. • 30 Th. • 5 crédits ECTS]
Professeur :
|
|
Adriaenssens Stef |
|
|
|
Langues d'enseignement :
|
|
Néerlandais |
|
|
|
Objectifs de l'activité :
|
|
Plaats van het opleidingsonderdeel in de opleiding :
Juristen horen in staat te zijn om de werking en gevolgen van regels in de reëel bestaande sociale werkelijkheid te begrijpen. Het opleidingsonderdeel sociologie kan daartoe een hulpmiddel zijn. Omwille van deze doelstelling, zal het OPO 'Sociologie' vooral pogen om op een aantrekkelijke manier een beeld te schetsen van de manier van denken en de benadering van de sociologie. Meer in het bijzonder wordt erop gemikt om een overzicht te geven van het conceptuele kader en de centrale theorieën uit de sociologie. Studenten zijn achteraf in staat om deze concepten en theorieën te reproduceren, uiteen te zetten, en te verbinden met de maatschappelijke werkelijkheid.
Kerndoelen :
1. Studenten begrijpen en herkennen de sociologische benadering Beheersingsniveau 1
2. Studenten zijn in staat om het conceptuele kader en de centrale theorieën uit de sociologie te reproduceren Beheersingsniveau 1
3. Studenten zijn in staat om sociologische concepten en theorieën te verbinden met actuele maatschappelijke problemen Beheersingsniveau 2
4. Studenten zijn in staat om een sociologische benadering van juridische problemen te herkennen, en onderscheiden ze van een strikt juridische analyse. Beheersingsniveau 1
HUB-competentiemodel :
1.2.1. Is in staat zijn kennis op peil te houden, te actualiseren en uit te breiden waar nodig: Beheersingsniveau 1
1.3.2. Is zich bewust van interculturele gevoeligheden in de uitoefening van de professionele activiteit: Beheersingsniveau 1
1.4.2. Durft een oordeel te vormen en kan daarin ethische aspecten laten meewegen: Beheersingsniveau 1
1.4.3. Durft vooroordelen in vraag stellen: Beheersingsniveau 1
1.6.1. Inventariseert en analyseert alternatieve standpunten met betrekking tot ethische, normatieve of maatschappelijke vragen en neemt hierover een beredeneerd standpunt in: Beheersingsniveau 1
1.6.2. Heeft een open visie op de wereld en de maatschappij en streeft steeds een inhoudelijke dialoog na met respect voor de diverse opvattingen: Beheersingsniveau 1 2.1.1. Staat open voor informatie en standpunten en heeft oog voor wat nog niet geweten is: Beheersingsniveau 1
2.2.1. Beschikt over een analytisch vermogen, een logische denk- en redeneervaardigheid en een kritische onderzoekende houding: Beheersingsniveau 1
2.3.1. heeft vermogen tot synthese: Beheersingsniveau 1 3.2.1. Is in staat het recht te situeren in zijn maatschappelijke, historische, politieke en geografische context dankzij het inzicht in de samenhang van het recht met andere vakgebieden (geschiedenis, economie, filosofie, sociologie): Beheersingsniveau 2
3.2.2. Stelt belang in nieuwe rechtsconcepten en durft het positieve recht in vraag te stellen rekening houdend met de context: Beheersingsniveau 1
|
|
|
|
Contenu de l'activité :
|
|
Eerder dan een historische benadering te volgen, waarin de belangrijkste bijdragen uit de geschiedenis van de sociologie een voor een worden behandeld, zal gekozen worden om de sociologie per thema te introduceren. Niettemin wordt hierbij aan de belangrijkste bijdragen van klassieke auteurs gerefereerd, tegelijk met het gebruik van meer recente bijdragen van hedendaagse auteurs. De colleges worden georganiseerd met behulp van twaalf hoofdstukken:
Hoofdstuk I. Sociologie als wetenschap Deel I. Elementaire eenheden van de sociologie Hoofdstuk II. Cultuur, sociale constructies en normen Hoofdstuk III. Sociale relaties en netwerken Hoofdstuk IV. Macht, gezag en hulpbronnen Hoofdstuk V. Modernisering Deel II. De klassieke erfenis in de sociologie Hoofdstuk VI. Marx: het noodzakelijke einde van het kapitalisme Hoofdstuk VII. Weber: de vele gezichten van religie Hoofdstuk VIII. Tocqueville: democratie, gelijkheid en egoïsme Deel III. Het sociologisch atelier in de 21ste eeuw Hoofdstuk IX. Sociale ongelijkheid Hoofdstuk X. Organisaties en organiseren Hoofdstuk XI. Deviantie en informele activiteiten Hoofdstuk XII. Het specialisme van de rechtssociologie |
|
|
|
Méthodes d'enseignement :
|
|
De docent licht de belangrijkste leerinhoud kort toe en wijst op interpretatiemoeilijkheden en -moeilijkheden, illustraties en toepassingsgebieden. Studenten krijgen tijdens de colleges de kans om elementen van de cursus te bediscussiëren. |
|
|
|
Méthodes d'évaluation :
|
|
Examenperiode mei/juni Het examen is schriftelijk, duurt 2u30 en bestaat uit drie delen: 1. een beknopte uiteenzetting op basis van een aantal specifieke vragen 2. het verbinden van concepten en theorieën met een opgegeven actueel probleem, bijvoorbeeld aan de hand van een krantenstuk 3. meerkeuzevragen In principe peilen de vragen zowel naar de kennis als naar het vermogen om dwarsverbindingen te maken en om de leerstof toe te passen. Op het resultaat van de meerkeuzevragen wordt een correctie tegen gokken toegepast, die evenwel neutraal is voor risico-aversie. Op het einde van de colleges wordt een voorbeeldexamen voorgesteld en besproken met de studenten. Examenperiode Aug/sep Idem. |
|
|
|
Années d'études :
|
|
|
|