Université Saint-Louis - Bruxelles
|

MHUB1280N - Verbintenissenrecht + Travaux pratiques ou Werkcolleges avec casus associés


KU Leuven Campus Brussel


Crédits : 8

Professeurs :
Mode d'enseignement :
Deuxième quadrimestre, 60 heures de théorie et 9 heures de travaux pratiques avec casus.

Horaire :
Second quadrimestre
le mardi de 13:30 à 15:30
le mercredi de 08:30 à 10:30

Langues d'enseignement :
Dutch or French

Français (et compréhension du néerlandais conseillée)

Activités d'apprentissages :
Objectifs d'apprentissage :
1. De student moet in staat zijn een gestructureerde uiteenzetting te geven over verbintenisrechtelijke problemen, waarbij grondigheid moet gepaard gaan met inzicht in de gehele stof. Beheersingsniveau 2
2. De student zal moeten aantonen verbanden te kunnen leggen tussen verschillende onderdelen van de stof die in de praktijk vaak verweven blijken te zijn. Beheersingsniveau 2
3. Bijzondere aandacht voor een juist gebruik van het juridisch vakjargon is daarbij onontbeerlijk. Beheersingsniveau 2
4. Vlot gebruik van de van toepassing zijnde wetteksten (BW, bijzondere wetten)Juridische vaardigheid tot analyse van een casus: begrip en structurering, juridische vertaling, probleemoplossing (de gegeven oplossing(-en) theoretisch verantwoorden en/of tegen elkaar af wegen). Beheersingsniveau 2
5. Hanteren van juridische reflexen en redeneerschema's. Beheersingsniveau 3
6. Degelijke kennis van de belangrijkste onderdelen van het verbintenissenrecht. Beheersingsniveau 1

Les travaux pratiques permettent de développer la maîtrise de la méthodologie juridique : recherche et utilisation des sources du droit, structuration d'un texte, correction des citations et références bibliographiques.
Ces travaux invitent également à découvrir les avantages mais aussi les contraintes d'une démarche collective. En effet, si leur travail écrit doit être personnel et original, les étudiants sont cependant invités à coopérer, notamment dans la recherche des sources et l'identification des questions juridiques posées.
Les travaux pratiques permettent encore aux étudiants de développer leur faculté de s'exprimer oralement sur un sujet juridique.

Prérequis :
Aucun

Corequis :
Aucun

Contenu de l'activité :
Uitvoerige en diepgaande studie van het Belgische verbintenissenrecht, met inbegrip van de onrechtmatige daad en met aanduiding van (de Europese bron van) toepasselijke bijzondere wetgeving die het verbintenissenrecht van de Code Napoléon versnippert.

In het eerste deel komen in een eerste titel de verbintenissen uit overeenkomst aan bod. Daarbij gaat de aandacht uit naar het begrip en de soorten overeenkomsten, de algemene principes van contractenrecht (wilsovereenstemming, grenzen aan contractvrijheid, interpretatie en aanvulling en uitvoering te goeder trouw). Bij het sluiten van de overeenkomst komen de geldigheidsvereisten en nietigheidsregeling en de totstandkoming van de overeenkomst vanuit dynamisch perspectief aan bod. In een hoofdstuk over de nakoming van de verbintenis worden de toerekenbare en niet-toerekenbare tekortkoming, de algemene remedies bij contractbreuk en de bijkomende bijzondere remedies bij wederkerige contracten (ontbinding, ENAC en retentie) gezien. In een volgend hoofdstuk wordt de derden-werking behandeld en ten slotte volgen nog specifieke gronden van beëindiging en opschorting (o.m. herroeping en verval). In de tweede titel worden de verbintenissen uit eenzijdige rechtshandeling en de natuurlijke verbintenis bestudeerd.

Het tweede deel is gewijd aan de quasi-contracten en de verbintenissen uit onrechtmatige daad (gronden van aansprakelijkheid, schade, causaal verband, algemene principes en tendensen en aansprakelijkheidsregimes). Deze onderdelen worden op een meer interactieve wijze gedoceerd aan de hand van heel wat praktische voorbeelden. Dit deel van de cursus wordt tevens ondersteund door de oefeningen (casus) die in het monitoraat aan bod komen. De studenten bereiden zelf de casus voor die dan een gezamenlijke bespreking krijgen in het monitoraat.

Het derde deel handelt over de verbintenis in het algemeen met deelaspecten als de modaliteiten van de verbintenis en de verbintenissen met meerdere voorwerpen en subjecten. Ten slotte worden nog de krachtlijnen van het bewijs en de verjaring uiteengezet.


KALENDER VERBINTENISSENRECHT

EERSTE DEEL: BRONNEN VAN VERBINTENISSEN
Titel 1: Verbintenissen uit overeenkomsten
1. Begrip en soorten overeenkomsten
2. Basisbeginselen
3. Totstandkoming van de overeenkomst
4. Uitwerking van de overeenkomst tussen partijen
5. Uitwerking van de overeenkomst jegens derden
Titel 2: Verbintenissen uit eenzijdige rechtshandeling
1. De eenzijdige belofte

TWEEDE DEEL: QUASI-CONTRACTEN EN BUITENCONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID
1. Overzicht van de quasi-contracten
2. Soorten aansprakelijkheid; samenloop en coëxistentie
3. Gronden van aansprakelijkheid: eigen daad en kwalitatieve aansprakelijkheden
4. Het oorzakelijk verband
5. Schade en schadevergoeding

DERDE DEEL: ALGEMENE LEER VAN DE VERBINTENIS
1. Modaliteiten van de verbintenis
2. Overdracht van verbintenissen en contracten
3. Uitdovingsgronden

VIERDE DEEL: HOOFDLIJNEN VAN HET BURGERLIJK BEWIJSRECHT EN DE VERJARING
1. Het bewijsregime
2. De bewijslast
3. De bewijsmiddelen en hun waardering
4. Verjaring

Werkcollege : The practical work consists in writing an essay developing concrete issues on a given situation.

Activités d'apprentissages prévues et méthodes d'enseignement :
Hoorcolleges + monitoraten

In de hoorcolleges behandelt de docent de leerstof waarbij elk leerstuk inleidend wordt gesitueerd in zijn historisch-maatschappelijk perspectief en vervolgens de krachtlijnen van de regeling op kritische en bevragende wijze worden uiteengezet aan de hand van "sprekende" voorbeelden uit de rechtspraak en/of de praktijkervaring van de docent. De studenten mogen op elk ogenblik vragen tot verduidelijking of herhaling stellen. Elk afgewerkt deel wordt afgesloten met een "vragenronde" en/of een toekomstblik de lege ferenda.
In de monitoraten worden de aan de studenten op voorhand ter beschikking gestelde casusposities m.b.t. het onderdeel onrechtmatige daad gezamenlijk geanalyseerd op basis van de voorbereidingen van de studenten. De docent/assistent neemt hier een louter begeleidende taak op zich; de oplossingen moeten door de studenten zelf worden aangereikt.
De doelstellingen zijn enerzijds leerstofherhaling en anderzijds het maken van oefeningen die de student in staat moet stellen zelfstandig een dergelijke casus juridisch te analyseren.

- Ex cathedra lecture including theoretical developments and the analysis of cases taken from jurisprudence.
- The teacher will be receptive to answer any questions during breaks or after sessions;
- Tutorials will be organised during the first half of the year to introduce the students to techniques of case resolution involving constitutional law. Cf document “Objectives and methods of law course tutorials”.
- A question and answer session is held at the end of the semester

The sessions are organised in different stages in order to allow the professors to mark out the progression of the students. From the beginning of the course, the students have at their disposal the specifications manual, setting out the procedure to follow and providing bibliographical references.
An intermediate stage invites the students to hand in a status report (a review of the research that has already been done), which will enable the professor to adjust the direction taken by the student. Throughout the tutorial sessions, the probationary lecturer will be available each week to answer any relevant questions from the students and also for the teachers to assess the students' work.
Finally, the tutorials will end with a correction session, which allows a positive assessment of the work achieved.
The tutorials require the compliance with the instructions included in the specifications manual.

Méthodes d'évaluation :
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen

Examenperiode mei/juni

De beoordeling gebeurt op basis van een schriftelijk, 2 uur durend examen. De voorgelegde vragen zijn in hoofdzaak een verbintenisrechtelijke casus. Hierop wordt geoefend in het monitoraat.Daarnaast worden ook een grotere en een kleinere theoretische vraag gesteld. Het examen wordt ook nog toegelicht in de les en de studenten ontvangen een voorbeeld-examen via Hubwise.

Wanneer een vraag volledig niet of volledig onjuist wordt beantwoord, zal de eindscore geen mathematische weergave meer zijn, maar kan de student nog maximaal een 9/20 behalen.

De studenten mogen gebruik maken van een niet-geannoteerd wetboek. Een bondig, helder, precies, pertinent en concreet antwoord wordt vereist; wat daaraan niet voldoet wordt negatief gesanctioneerd.

A l'issue du travail pratique, l'étudiant est coté sur 20.
Les critères d'évaluation sont : la qualité de la démarche intellectuelle et de la résolution de l'énoncé pratique, la structure du travail écrit, la rigueur tant sur le fond que sur la forme, la bibliographie et la bonne utilisation des sources, le respect des contraintes, l'orthographe et la participation aux séances.


Bibliographie :
Geen

See the specifications relating to the tutorials


Autres informations :
The resolution of practical case implies the use of different sources: course syllabus, non-exhaustive bibliography of the specifications manual, library research (legislation, doctrine, jurisprudence)...
Voir Cahier des charges des Travaux pratiques