Université Saint-Louis - Bruxelles
|

DRNL1310 - Economisch Recht



En raison de la crise du COVID-19, les informations ci-dessous sont susceptibles d'être modifiées, notamment celles qui concernent la méthode d'enseignement ou d'évaluation.



Crédits : 5

Professeur :
Mode d'enseignement :
Deuxième quadrimestre, 60 heures de théorie.

Horaire :
Second quadrimestre
le vendredi de 10:45 à 12:45
le vendredi de 13:00 à 15:00

Langues d'enseignement :
Nederlands.

Objectifs d'apprentissage :
De drie voornaamste doelstellingen van het vak “Economisch recht” zijn:
(1) Studenten een heldere samenvatting te geven van het recht dat in België van toepassing is op economische activiteiten (“synthese”);

(2) Studenten inzicht te geven over hoe in de praktijk (zowel in ondernemingen als in advocatuur) met de wetgeving wordt omgegaan (“praktijk”);

(3) Studenten te betrekken in een kritische benadering omtrent deze regels, en met hen na te gaan of de doelstellingen van de (Belgische en Europese) wetgever worden bereikt (“kritiek”).


Prérequis :
Corequis :
Contenu de l'activité :
De lessen bestaan uit de volgende onderdelen:
(1) Inleidingsles, met klasdiscussies omtrent:

(a) “Harmonisatie als bron van recht”

(b) “Het belang van de (economische) analyse in het (economisch) recht”

(2) Vennootschapsrecht:

(a) Algemeen deel van het vennootschapsrecht
- Algemene begrippen
- Doel
- Vorm
- Personen- en kapitaalvennootschappen
- Naam en zetel

(b) Vennootschappen met (volkomen) rechtspersoonlijkheid
- Algemene eigenschappen van de NV, de BVBA en de CVBA
- Oprichtingsvereisten
- Kapitaalbewegingen
- Effecten
- Organen
- Duur, ontbinding en vereffening

(c) Vergelijking met andere vennootschapsvormen
- Recapitulatie : Vergelijking tussen de NV, BVBA en CVBA
- Vergelijking met de vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid
- Vergelijking met de vennootschappen met onvolkomen rechtspersoonlijkheid
- Twee “nieuwe” vennootschapsvormen : De S-BVBA and de SE
- “Corporate mobility”

(d) De markt voor “corporate control” en herstructureringen
- Basisnoties
- “M&A”
- Fusies
- Splitsingen
- Inbrengen van een bedrijfstak
- Openbare overnames

(e) “Case study”

(3) Handelsrecht:

(a) De handelaar
- Bronnen
- Daden van koophandel
- Bewijsrecht
- Verplichtingen

(b) De handelszaak
- Definitie
- Inpandgeving

(c) De handelscontracten
- Leasing
- Licentie-overeenkomst
- Factoring

(d) De handelstussenpersonen
- Lastgeving
- Makelarij
- Agentuur
- Concessie
- Franchise

(4) Marktrecht:

(a) Marktpraktijken en consumentenbescherming
- Toepassingsgebied
- Informatieverplichtingen
- Reclamebepalingen
- “Spamming”
- Vergelijkende reclame
- Verkoop met verlies

- Prijspromoties
- Uitverkopen
- Solden
- Gezamenlijk aanbod
- Overeenkomsten met consumenten
- Oneerlijke handelspraktijken
- Sanctionering

(b) E-commerce

(c) Privacy

(d) Intellectuele eigendomsrecht

(e) Mededingingsrecht

(f) Andere

(5) Ondernemingen in moeilijkheden:

(a) Het redden van continuïteit

(b) Faillissementsrecht

(c) Zekerheden en de “collateral wet”

(6) Financieel recht:

(a) Kort historisch overzicht

(b) Afbakening van het financieel recht
- Wat zijn de voornaamste “statuten”?
- Wat zijn de voornaamste “markten”?

(c) Inhoudelijke regels
- Inzake de “primaire” markt
- Inzake de “secundaire” markt
- Andere

(d) Het toezicht

(7) Conclusies en samenvatting


Activités d'apprentissages prévues et méthodes d'enseignement :
“Socratische methode”, met actieve klasparticipatie en levendige discussies omtrent de doelstellingen alsook voor- en nadelen van de wetgeving. Steeds worden de theoretische regels ook getoetst aan de praktijk.

Tijdens de lessen worden voorbeeldexamens gegeven; ook worden deze voorbeeldexamens samen opgelost, zodat de studenten op voorhand perfect kunnen inschatten wat van hen verwacht wordt en hoe zij de examens best voorbereiden.

Méthodes d'évaluation :
Het examen bestaat uit drie onderdelen:
(1) Een “gesloten boek” gedeelte (1 uur) waarbij de student wordt gevraagd om vijf begrippen uit de cursus te definiëren en contextualiseren;
(2) Een “open boek” gedeelte (1 uur) waarbij de student wordt gevraagd om een case study op te lossen aan de hand van de lesmaterialen;
(3) Een korte mondelinge presentatie (10 minuten) waarbij de student zijn/haar antwoorden kan duiden.
Door deze gemengde aanpak (een schriftelijk examen, dat mondeling wordt gepresenteerd) kan vermeden worden dat taalproblemen het resultaat negatief zouden beïnvloeden.
ATTENTION, SUITE AU CORONA VIRUS IL N'Y AURA PAS D'EXAMEN ORAL EN 19-20

Bibliographie :
Deze wordt meegedeeld bij de aanvang van de lessen. In elk geval is een Wetboek van de economische wetgeving nodig.

Autres informations :
Geen